|
||||||||
|
Soms lopen de dingen toch wel raar in dit leven…Neem nu Doctor Sean Millar, die hier bij ons -zo durf ik toch aannemen- zo goed als onbekend is, maar in thuisland Ierland door de liefhebbers van hedendaagse folk en singer-songwriting de hemel wordt ingeprezen. Vandaag is hij er met wat zijn zesde plaat blijkt te zijn en mijn opzoekingswerkzaamheden naar aanleiding van de lijnen die ik nu uittik, brengen me langs citaten van bij voorbeeld Paolo Nutini, die “These Days” uit “The Bitter Lie” van 1997, omschreef als “the song that changed my ife”. In The Irish Times wordt hij “ an Irish national treasure” genoemd en “the poet laureate of Dublin’s dark side”, twee omschrijvingen, die best wel wat betekenen in een land en een culturele omgeving die erfgoed bij de vleet heeft en die grote schrijvers bij bosjes herbergt. Hoe dan ook, voor mij is de Doctor een regelrechte Ontdekking gebleken, met hele grote O. Deze zesde plaat bevat negen songs in onmiskenbaar Ierse stijl: ze huppelen nu eens op folkbenen, zoals “Keep this to Yourself”, waarop Ryan McAuley, net als op “The Dublin Girl”, heerlijke banjolijnen produceert. Die taak wordt op “”Communion Money” met veel verve overgenomen door de grote Bill Whelan, een man met credits bij U2, Van Morrison, Kate Bush, Patrick Street, Planxty, Riverdance, kortom…alles wat er in hedendaags muzikaal Ierland zo’n beetje toe doet. Er is nog schoon volk dat meewerkte aan deze plaat, die door allerhande Covid-perikelen een beetje met horten en stoten gemaakt werd. Zo is er Donal Lunny, noch min noch meer een instituut in Ierland en al zo’n kleine zestig jaar actief in de Ierse folk, aan de zijde van Andy Irvine, in Planxty, The Bothy Bad, Moving Hearts en tutti quanti. Hij leent zijn typerende bouzouki-klanken uit voor “Look What She Trew Away” en “Unhappy Woman”, terwijl Hothouse Flowers-voorman Liam O’ Maollaoi piano speelt op “Communion Money” en “Danny McCoy”. Dat al die namen op de credits-lijst staan, is in niet-geringe mate te danken aan Lesley Keye, de man die in de producersstoel zat en daarnaast toetsen, bas en percussie inbracht. Ik heb de indruk, nee, ik hóór dat Keye en Millar elkaar bijzonder goed aanvoelen en en schijnbaar achteloos in slagen die bijzondere klankkleur en die organische samenzang te creëren, die van “Danny McCoy” simpelweg een wereldsong maken. Dat nummer handelt over het weerzien met een kerel, waarmee Millar ooit op de middelbare school zat en over de paden die ze beiden sinds die tijd bewandelden. Hierin toont zich de meester-verteller Seán Millar: hij heeft niet veel woorden nodig om een situatie haarfijn te omschrijven, zoals hij ook doet in “You’re Ruining Everything”, waarin hij terugkijkt op het beeld dat hem werd voorgehouden van wat hij was als jongeman. Schitterende tekst, nog onderstreept door de exacte gitaar- en mondharmonica-lijnen. Ik zou nog even kunnen doorgaan, maar neemt u rustig van mij aan dat u dit jaar weinig platen van dit niveau zal tegenkomen. Er is trouwens nog meer goed nieuws: deze plaat is ook verkrijgbaar als deel van een 3-pack, waarin ook “The Bitter Lie” en de cassette C48 opgenomen zijn. Ik ga maar eens op zoek, denk ik. O ja, nog één ding: “Ruining Everything” is een adembenemend knappe plaat ! (Dani Heyvaert)
|